Uitverkoop Corporaties bepleit

Een drietal prominenten bepleit de uitverkoop van woningcorporaties. Dit keer zijn het de topbestuurder Arthur Docters van Leeuwen, econoom Sweder van Wijnbergen en het eerstekamerlid Hans Hillen. Zij zijn respectievelijk van VVD-, PvdA- en CDA-huize. Volgens hen kan de corporatiesector voorkomen dat een nieuw kabinet de corporaties financieel nog verder uitknijpt. Daarvoor moeten er dan wel 900.000 corporatiewoningen worden verkocht. Met de 120 miljard euro die dat oplevert kunnen de woningcorporaties vervolgens bouwen en vernieuwbouwen. In het Financieele Dagblad formuleren de heren de noodzaak van deze operatie als volgt: ‘Ze (de corporatiesector, red) is te groot, wordt politiek niet goed aangestuurd en heeft zelf ook geen goede “code of conduct”.’

De Woonbond is het eens met de stelling dat de overheid vreemd omgaat met de corporatiesector. ‘Enerzijds verlangt de overheid van de corporaties dat ze grootscheeps investeren en van allerlei activiteiten ontwikkelen. Anderzijds worden de noodzakelijke middelen daarvoor afgeroomd door grepen in de kas’, aldus Woonbondwoordvoerder René van Genugten op BNR Nieuwsradio. (3 september). Verder ziet de Woonbond helemaal niets in het voorstel van het illustere drietal, alleen al omdat de meeste huurders moeten rondkomen van een laag of bescheiden middeninkomen en ze de leencapaciteit niet hebben om een woning te kunnen kopen. Alleen al om die reden is het niet realistisch om te veronderstellen dat 900.000 huurders hun woning zouden kunnen of willen kopen. Een dergelijke grootschalige uitverkoop leidt er ook toe dat er onvoldoende betaalbare huurwoningen overblijven voor de lage en middeninkomens. Woonbondwoordvoerder René van Genugten wees er in NBR Nieuwsradio op dat de groep scheefwoners (huurders met een goed inkomen die een goedkope woning huren) veel kleiner is dan veelal wordt gesuggereerd. ‘Het betreft vier, hoogstens vijf procent van de sociale huurwoningen, meer niet.’

(bron: www.woonbond.nl)